N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Autogek Ulf Poschardt, de hoofdredacteur van Die Welt, heeft twee Ferrari’s en een broertje dood aan klimaatactivisten. „Ze willen onze vrijheden vooral uit afgunst inperken.”
Het is avond in Berlijn, uit de boxen van de Ferrari klinkt melancholieke pianomuziek van Max Richter. De toerenteller en snelheidsmeter op het dashboard lichten op in het donker. De auto nadert de Siegessäule en koerst eromheen in het gele schijnsel ervan. #getoutanddrive, staat onder het filmpje.
Op het Instagram-account van Ulf Poschardt, hoofdredacteur van dagblad Die Welt, staan veel filmpjes gemaakt vanuit een van zijn Ferrari’s. In een ander fragment trekt hij keihard op in de regen in de Berlijnse Friedrichstrasse. „Free Friedrichstrasse”, staat eronder. De Friedrichstrasse is een symbool geworden in de Duitse verkeerspolitiek: onder de vorige Berlijnse senaat van SPD, Groenen, en Die Linke werd de winkelstraat autovrij gemaakt; onder de nieuwe senaat van CDU en SPD, sinds april in het ambt, werden prompt de plantenbakken verwijderd zodat auto’s weer vrij baan hebben.
Ulf Poschardt is een van de meest uitgesproken automobilisten van Duitsland en als petrolhead een van de felste critici van klimaatactivisten, vooral van de Letzte Generation, de actiegroep die zich sinds begin 2022 vastplakt op het asfalt en daarmee het verkeer ophoudt. „Ik ben al drie keer geblokkeerd”, zegt -Poschardt in zijn kantoor, „en dat is behoorlijk onaangenaam. De activisten nemen je bewegingsvrijheid af, uit machtswellust.”
Vrijheid, voor Poschardt maar ook voor veel andere Duitsers, begint bij een uitnodigend stuk asfalt. „De straat is de arena van een cultuurstrijd geworden”, oordeelde weekblad Der Spiegel in een commentaar deze week – en in die strijd speelt Poschardt een hoofdrol.
Als hoofdredacteur van Die Welt en onstuitbare twitteraar is Poschardt een invloedrijke stem in het rechts-liberale kamp dat vindt dat individuen niets kunnen bijdragen in de strijd tegen klimaatverandering en dus allergisch reageert op alles wat lijkt op een inperking van persoonlijke vrijheid, zoals minder vliegen of minder vlees eten. Die Welt is onderdeel van uitgeverij Axel Springer en de kleinere en serieuzere evenknie van tabloid Bild. De ceo van Axel Springer, Mathias Döpfner, kwam in april in het nieuws door gelekte sms-berichten en e-mails, waarin hij blijk gaf van sterke anti-establishmentopvattingen.
‘Een auto is een mechanisch verlengstuk van onszelf’
Axel Springer, dat door de naamgever werd opgericht in de tweede helft van de jaren veertig, zit sinds de jaren zestig in het centrum van Berlijn. Springer liet er een goudkleurig flatgebouw pal naast de Muur bouwen, waardoor ook vanuit Oost-Berlijn de advertenties voor Bild goed zichtbaar waren. In 2020 werd het nieuwe Axel Springer-gebouw ingewijd, dat Rem Koolhaas in opdracht van ceo Mathias Döpfner ontwierp. Horizontaal door het gebouw loopt een enorm atrium met een soort terrassen die als open bureauruimtes fungeren. Döpfner wilde een hypermodern gebouw voor zijn conservatieve kranten. Rem Koolhaas noemde hem in een toespraak bij de opening een „futurist die nog uit de kast moet komen”.
De redactie van Die Welt zit boven in het gebouw, op een verdieping die meer op een klassieke nieuwsredactie lijkt. De krant heeft ook een tv-zender, op alle beeldschermen aan het plafond is een verslaggever te zien voor het gemeentehuis van Kleinmachnow, waar de burgemeester net bekend heeft gemaakt dat de leeuwin waarop jacht werd gemaakt bij nader inzien een wild zwijn is.
De vloer van Poschardts bescheiden kantoor ligt bezaaid met kranten – zijn eigen krant en Bild – maar ook andere Duitse bladen. Vooral weekblad Die Zeit ziet er gelezen uit. „Ja”, beaamt Poschardt, „van de concurrentie is dat het beste blad.”
Poschardt liet net een literatuurwetenschapper uit, vertelt hij desgevraagd, die onderzoek doet naar zijn vroege werk als journalist. Voordat hij bij Die Welt kwam, werkte Poschardt bij het magazine van de Süddeutsche Zeitung, en richtte hij de Duitse Vanity Fair op, die maar een kort leven beschoren was. Daarvoor promoveerde Poschardt op een veelbesproken cultuurgeschiedenis van de dj. Zelf werkte hij ook een tijdje als dj, maar dat mag geen naam hebben, zegt hij. Zijn promotor was Friedrich Kittler, literatuurwetenschapper aan de Humboldt Universiteit in Berlijn. Hij en de andere promovendi werden de „Kittler Jugend” genoemd, aldus Poschardt. Later publiceerde hij onder meer boeken over coolness en over de Porsche 911.
‘Ik vind Ayn Rand super’
U had drie Porsches, nu heeft u Ferrari’s. Was de Porsche te gewoontjes geworden?
„Ja en nee. Ik kocht op mijn 23ste mijn eerste 911, van mijn eerste zelf verdiende geld, voor 20.000 mark destijds. Bij ons thuis hadden we niks te besteden, dus een auto als een Porsche te bezitten was het non plus ultra. Ook daarna had ik altijd Porsches. Het was geweldig. Maar ik hield ook altijd al van Ferrari’s. Als kind uit zo’n eenvoudig milieu was dat helemaal onvoorstelbaar, om er ooit een te hebben. Nu kon het.”
U schrijft dat jaloezie een productieve emotie is.
„Voor mij, en voor vele andere Porsche-bezitters met wie ik heb gesproken, was het zo: ik wil die auto per se, wat moet ik ervoor doen? Dat is een constructieve variant van jaloezie, want het wakkert een ambitie aan om te bezitten en de ambitie om geld te verdienen. In Duitsland voert de destructieve variant de boventoon, vandaar het verlangen naar het egalitaire.”
Dat klinkt naar Ayn Rand.
„Dat bedoelt u misschien als verwijt, maar ik vind Ayn Rand super. Haar radicaliteit zet je aan het denken, helemaal als je bedenkt waar ze vandaan komt en waarom ze schreef wat ze schreef. Dat zij niet populair is, en dat mijn opvattingen niet populair zijn, maakt me niets uit. Ik heb me erbij neergelegd niet populair te zijn. Applaus is er voor anderen.”
Poschardt pakt zijn telefoon erbij om foto’s van zijn auto’s te laten zien. „Kijk, dit is de Testarossa, en ik heb een Maranello. Gekocht toen niemand ze wilde hebben. De nieuwste, een F12, heb ik net verkocht. Het was de snelste die ik had, maar ook nogal nouveau riche. Het geld zet ik denk ik maar opzij voor mijn pensioen.”
In het boek heeft u het over een symbiose tussen bestuurder en auto. Hoe werkt dat?
„Mijn Ferrari’s zijn grillige Italiaanse diva’s. Een auto is niet alleen blik en rubber, maar een mechanisch verlengstuk van onszelf, dat luid is en warm, dat ademt en verbrandt. Jeremy Clarkson, weleens van gehoord? Die heeft het zo goed gezegd.” Poschardt, in blauwe broek, en met blote enkels in leren schoenen, draait zich in zijn bureaustoel naar zijn beeldscherm en typt iets in. „‘Je kunt een band hebben met een auto, dat begrijpen non-car people niet. Als iets kuren heeft en niet goed werkt, dan geeft dat een menselijke kwaliteit’”, citeert Poschardt de Top Gear-presentator. „En Italiaanse auto’s laten je altijd sidderen, start-ie of start-ie niet. Je kunt niet even broodjes gaan halen met je Ferrari. Daarom zijn ze ook ecologisch verantwoord.”
Steeds meer mensen zijn non-car people, lijkt me.
„Nee hoor. Alleen iemand uit een postmaterialistisch geprivilegieerd milieu begrijpt het niet. Iemand die de helft van zijn jaarsalaris uitgeeft om een kleine BMW 3 te kopen weet precies wat ik bedoel.”
Auto-politiek
Duitsland is, dat spreekt voor zich, een autoland. De auto werd er uitgevonden en nog altijd vormen de autofabrikanten de belangrijkste industrietak: in 2021 haalde de branche een omzet van 411 miljard euro en was ze werkgever van bijna 800.000 mensen.
Poschardt is maar een van vele Duitsers die zo dweept met zijn auto’s. „Auto-erotiek”, zo stelde Der Spiegel deze week, is nog altijd een ding. De emoties en bijbehorende politieke krachten lijken juist nu in het bijzonder aan het oppervlak te komen, nu automobilisten het gevoel hebben dat hun liefhebberij bedreigd wordt. Politieke partijen kunnen in Duitsland anno 2023 verkiezingen winnen of verliezen op het thema verkeer.
In het links georiënteerde Bremen incasseerden de Groenen bij de verkiezingen in mei een nederlaag, onder meer omdat de Groenen net de ‘Brötchentaste’ op parkeerautomaten hadden afgeschaft: een knop waarmee je twintig minuten gratis mocht parkeren om bijvoorbeeld broodjes te halen. De verkiezingen voor de senaat in Berlijn, begin 2023, werden onder andere door de CDU gewonnen omdat de christen-democraten nadrukkelijk opkomen voor de rechten van de automobilist.
Veel mensen in de doorgaans progressieve hoofdstad ergeren zich aan verdwijnende parkeerplekken, die onder de senaat van SPD, Groenen en Die Linke plaats moesten maken voor fietspaden. Nu worden, onder CDU-beleid, van fietspaden weer parkeerplaatsen gemaakt. Voor fietsers blijven Duitse steden een onherbergzame plek: sinds 2000 verdubbelde het aantal omgekomen fietsers.
En hoewel de Groenen in de regering-Scholz zitten, is een snelheidslimiet op snelwegen nog altijd taboe. Omwille van de vrijheid werd in 1953 de snelheidslimiet overal in West-Duitsland, dus ook in de bebouwde kom, opgeheven. Toen het aantal dodelijke verkeersslachtoffers rap steeg, werd een limiet in dorpen en steden weer van kracht. In 1989 werd hevig gedebatteerd over een snelheidslimiet op de AVUS, een stuk snelweg in het toenmalige West-Berlijn dat oorspronkelijk werd gebouwd als test- en racebaan – AVUS staat voor ‘Automobil-Verkehrs-und Übungs-Strasse’. De tegenstanders vonden een limiet uit den boze, omdat men juist aan de onvrije DDR, die West-Berlijn omsloot, moest laten zien dat de burgers in het westen alles zelf mochten bepalen.
‘Je kunt niet even broodjes gaan halen met je Ferrari. Daarom zijn ze ook ecologisch verantwoord’
De AVUS werd geopend in 1921 en ook als racecircuit gebruikt. Langs de snelweg bij Berlijn-Charlottenburg staat nog altijd de tribune. „Het plan was er al onder de autogekke keizer Wilhelm II”, zegt Poschardt, „die van Potsdam naar Berlijn wilde scheuren. Twee jaar geleden bestond de AVUS honderd jaar. Een legendarisch racecircuit. Maar het werd niet gevierd door de senaat van Berlijn uit ideologie, omdat het om auto’s gaat. Dat zegt alles, hoe scheisse het hier is.”
Volgens Poschardt schuilen er twee zielen in Duitsland die met elkaar in conflict zijn, daarom is momenteel veel scheisse. „We zijn het land met de grootste romantische liefde voor de natuur, en tegelijkertijd de grootste, nihilistische obsessie voor techniek. En die twee hangen samen: op het moment dat de moderne tijd hier aanbrak, en de zandvlakte die Pruisen was zich tot een machtige staat ontwikkelde, kwamen Caspar David Friedrich en de romantici. We worden constant heen weer geslingerd.”
In het nationaal-socialisme komen de twee uitersten samen, volgens Poschardt. „De fascistische ideologie en esthetiek wil allebei zijn: enerzijds reactionair en conservatief, en tegelijkertijd totaal futuristisch, je reinste sciencefiction. Je hebt van die nationalistische, kitschige kunstenaars die naakte blonde vrouwen schilderen, en tegelijkertijd is er een enorme obsessie voor snelheid en snelheidsrecords.”
Poschardt vertelt over een tentoonstelling in het Kunsthaus Dahlem, in het voormalige atelier van Hitlers favoriete beeldhouwer Arno Breker. De tentoonstelling gaat over Paul Jaray (1889-1974), die onderzoek deed naar aerodynamica, en als Joodse wetenschapper in de jaren twintig en dertig Duitse fabrikanten hielp de snelste auto’s te ontwerpen. De nieuwe, gestroomlijnde auto’s verbruikten minder brandstof en gingen harder, en hadden daardoor de Autobahn nodig om hun potentie waar te maken, volgens de catalogustekst. Poschardt: „Dus bouwden ze Autobahnen. Het ideaal was dat overal in Europa snelwegen zouden ontstaan die allemaal naar Berlijn moesten leiden. Landschapsarchitecten moesten ervoor zorgen dat het uitzicht vanaf de weg weldadig voor het oog zou zijn, het liefst met een soort Duits landschap als decor.”
Poschardt laat een foto uit de tentoonstelling zien waarop een moderne Autobahn zich door een pittoresk landschap slingert. „Hier zie je hoe de twee idealen samenkomen: technologische vooruitgang tegen een romantisch decor.”
In de catalogus wordt de Duitse dagboekschrijver Victor Klemperer geciteerd over de cult rondom autocoureurs in de jaren dertig: Als de jonge mens zijn heldenbeeld vandaag de dag niet van de gespierde, naakte of in SA-uniform gestoken krijgersfiguren van posters en medailles aangereikt krijgt, dan wel van de racecoureurs. Gemeen hebben ze de starre blik, waaruit voorwaartsgerichte vastbeslotenheid en veroveringsdrang spreekt.
Poschardt: „We zijn het gestoordste land. Na 1945 is geprobeerd een soort burgerlijke balans te vinden, maar we hebben alleen nog de moraal.”
Betekent dat dat de romantische kant nu de overhand heeft?
„Nee, het is alleen maar de moraal ervan, een soort Luther-extremisme, een protestantse neurose. We willen geen kernenergie, geen Monsanto, geen auto’s, geen gentechniek. Maar kinderen, dan worden we arm!”
Is dat niet wat overdreven? De huidige minister van Verkeer Volker Wissing (FDP) wil koste wat kost de verbrandingsmotor houden en laat meer snelwegen aanleggen. De Letzte Generation protesteert geweldloos voor een snelheidslimiet.
„De Letzte Generation zie ik als een symptoom van een moreel autoriteitsverlangen. Ze worden gebruikt door politici en journalisten die zeggen: kijk, ze zijn zo vertwijfeld, nu móéten we handelen.”
Als u hun acties op Twitter ‘terreur’ noemt, vergoelijkt u de agressieve reacties van automobilisten tegen hen, zoals laatst in Greifswald [waar een vrachtwagenchauffeur tegen een activist aanreed].
„Het kan natuurlijk niet wat die vrachtwagenchauffeur deed. De man werd geprovoceerd, maar natuurlijk mag je dat niet doen. Maar die man is nu zijn rijbewijs kwijt, zijn baan kwijt, maar dat is die kinderen allemaal scheissegal. Het is zijn schuld, ja. Maar dat links nu zonder met de ogen te knipperen het klassenargument aan de kant heeft geschoven en uitsluitend moreel argumenteert is een fucking joke. Daarom kiezen die mensen nu AfD, en dat is een Dreckspartei. Höcke is een nazi [Björn Höcke, leider van de rechts-radicale AfD in Thüringen].”
‘Ik ben voor meer ondernemerschap, voor mensen zoals Elon Musk en Peter Thiel, voor oplossingen’
Poschardt windt zich op over de manier waarop veel journalisten en publieke intellectuelen naar mensen in Oost-Duitsland zouden kijken, wat ook de AfD stemmen zou opleveren. „Alsof het een vreemde diersoort is. Alsof Humboldt een iPhone had, en de inboorlingen filmde. Begrijpen ze eigenlijk wat ze daar doen? Zoals gezegd, ik kom uit de eenvoudigste verhoudingen. Er wordt zo hard naar beneden gespuugd.”
Uw baas Mathias Döpfner liet zich ook uiterst laatdunkend uit over Oost-Duitsers. [In de gelekte berichten die Die Zeit publiceerde.]
„Ten eerste vind ik dat zijn privéberichten zijn privéberichten zijn. Dat ze hem tot een paar sms’jes willen reduceren is infaam. Mathias spreekt erg polemisch, maar is ongelofelijk intelligent. Die berichten kun je niet zo uit hun context trekken. Ik heb uren met hem gepraat, met Angela Merkel erbij, met Elon Musk, met Peter Thiel.” Döpfner is bevriend met de Duits-Amerikaanse investeerder, PayPal-oprichter en voormalig Trump-financier Peter Thiel, en lijkt ook diens libertaire opvattingen te delen.
„Iedere provocatie is het begin van een uiterst interessant debat. Maar ze proberen hem te krijgen met die sms’jes. Zoals ze ook mij proberen te krijgen.”
Wie?
„De media met een andere politieke signatuur.”
Het klinkt als een complot tegen jullie. Dat is toch onzin?
„Ik weet het niet. Niet iedereen is blij met ons succes. Op Twitter klinkt het: Halt die Fresse Springer Presse.”
Dus jullie hebben ongelofelijk veel macht.
„Was het maar zo. Hadden we maar zoveel macht als zij denken.”
Op Twitter is Poschardt een behoorlijke trol. Hij zegt, in een eerder gesprek, dat hij altijd de confrontatie zocht, ook als kind op het schoolplein. Later die week heeft hij een openbaar debat. Met een grijns: „Kijk, dan ga ik er zo in”, en hij pakt zijn lege colaflesje van tafel, doet alsof hij het stukslaat op de tafelrand, en steekt er mee om zich heen alsof het een wapen is.
„Niet te veel opkroppen is denk ik gezond”, zegt hij. „Ook na een shitstorm op Twitter kan ik slapen als een baby. Slaap is sowieso heel belangrijk hè. Mensen als Roger Federer en Le-Bron James slapen heel veel. Een beetje sport en veel slaap. Zie je, ik zou wel een vrouwenblad kunnen beginnen.”
Bekommert u zich als liberaal ook om de vrijheid van komende generaties?
„Ja, natuurlijk. Daarom produceren wij onze kranten bijvoorbeeld ook klimaatneutraal. Maar de mensen die nu onze vrijheden willen inperken doen dat vooral uit afgunst. Het gaat altijd om dingen die ze zelf nooit zouden kunnen bezitten. Ik ben voor meer ondernemerschap, voor mensen zoals Elon Musk en Peter Thiel, voor oplossingen.”
Peter Thiel is ook een soort futurist, of? Met zijn transhumanisme. [Dat de mens technologisch wil upgraden.]
„Mij lijkt Peter Thiel eerder een verstokte conservatief. Futurisme is voor mij een historische categorie. In de jaren twintig nam het Italiaanse futurisme een afschuwelijke afslag richting fascisme, wat je later in Duitsland ook ziet. Wat vandaag de dag futurisme is zou ik niet weten.”